Kwelders en schorren
Zoutbad
Er is een groot verschil tussen lage en hoge kwelders. Lage kwelders staan bij vrijwel elk hoogwater onder water, terwijl hoge kwelders alleen bij stormvloed onder water komen. Door het regelmatige zoutbad groeien er op de kwelder alleen maar planten die tegen zout in de bodem kunnen. Kwelders zijn nu zeldzame natuurgebieden met een unieke flora en fauna. Vroeger bestond een kwart of meer van Nederland uit kwelders! Verreweg de meeste zijn al eeuwen geleden ingedijkt.
pcd04082-lamsoor.jpg
Kwelders langs het wad, schorren in de Delta en Vlaamse kust
De grootste kwelders van Nederland zijn de Boschplaat op Terschelling en Het Verdronken Land van Saeftinge in Zeeland. Op de grens van Zeeland en West-Vlaanderen ligt Het Zwin. Een kwelder heeft een duidelijke zonering. Van hoog naar laag groeien steeds andere planten. Op de laagste plekken vind je zeekraal en Engels slijkgras. Iets hoger groeit kweldergras. Op de middenkwelder groeien lamsoor, zeealsem, zoutmelde, zeeaster en zilte schijnspurrie. Die krijgen alleen zeewater te verduren bij hoge vloed. Op de hoge kwelder komen Engels gras, rood zwenkgras en strandkweek voor.
Het beheer van kwelders verschilt per gebied. Op sommige lopen schapen of runderen, andere kwelders zijn onbegraasd. Niet alle kwelders zijn natuurlijk ontstaan. De kwelders langs de Friese en Groningse kust zijn kunstmatig. Ze zijn ontstaan doordat mensen dammetjes hebben aangelegd, zodat het slib goed kon bezinken. Zo won men extra land op zee.
Broeden op de kwelder
Kustvogels zoals sterns, meeuwen en scholeksters zoeken graag een plekje op de kwelder om hun nest te maken. Op de eilandkwelders in het waddengebied doen ook lepelaars dat. Zo'n plek dichtbij de voedselrijke wadgeulen is natuurlijk ideaal voor het grootbrengen van de kuikens. Maar er loert ook gevaar. Doordat er de laatste jaren meer zomerstormen voorkomen worden kwelders steeds onveiliger als broedplaats.