Roofvogels jagen op zoogdieren, reptielen, vissen of andere vogels. Ze grijpen hun prooien uit de lucht, van de grond of uit het water. Daarom hebben ze scherpe klauwen. Om hun slachtoffer aan stukken te kunnen scheuren hebben ze een sterke haaksnavel. Roofvogels jagen overdag. Uilen hebben scherpe klauwen en een haaksnavel. Ze vliegen vaak geruisloos door de nacht op zoek naar muizen of andere kleine dieren. Toch zijn niet alle uilen nachtvogels. De velduil en de sneeuwuil jagen overdag. Uilen hebben lange ronde vleugels, een korte staart en veren op de poten en voeten. Hun ogen zitten voor in het gezicht. Om dus in andere richtingen te kunnen kijken moeten ze hun hele kop bewegen. Daar zijn ze dan ook erg goed in, ze kunnen hun kop bijna helemaal ronddraaien.