Vleet
Twee soorten
Biologen hebben nog niet zo lang geleden ontdekt dat er in de Noordzee twee soorten vleten bestaan. De 'gewone' vleet kwam vroeger algemeen in de hele Noordzee voor en is nu bijzonder zeldzaam geworden. Uit het onderzoek van Schotse biologen blijkt dat in de noordelijke Noordzee een andere soort vleet voorkomt. Deze vleet kan nog groter worden dan de ‘gewone’ vleet en wordt 'flapper rog' genoemd. Ook deze vleet is nu heel zeldzaam. Net als de rog zelf, zijn de eikapsels van de ‘flapper rog’ ook veel groter dan die van de gewone vleet. Ecomare heeft er een in het museum, waarschijnlijk het enige flapperroggeneikapsel in Nederland.
2188-vleet.png

Vleteneieren
Vleten leggen tussen februari en augustus eieren. De eikapsels hebben korte puntige uitsteeksels, aan alle vier de hoeken even groot. De kapsels hebben geen vlies langs de zijkanten, maar wel vezels die in de lengte over het kapsel lopen. De kapsels lijken daardoor gestreept. Vers gelegde eikapsels van de vleet zijn geel- of groenachtig; later worden ze donkerbruin. Afhankelijk van de watertemperatuur duurt het 2 tot 5 maanden voor ze uitkomen. Dan zijn de jonge vleetjes 20 centimeter lang. Ze hebben grote stekels achter hun ogen en een enkele rij stekels op de staart. Oudere vleten verliezen de stekels achter de ogen en krijgen twee rijen stekels op de staart. De eikapsels van de gewone vleet zijn ongeveer 8 bij 15 centimeter groot, die van de flapper rog 11 bij 24 centimeter.
Meldingen van vangst
In oktober 2004 werd een vleet van 1,5 bij 2 meter ten noorden van Vlieland gevangen. Het dier woog 48 kilo en was een mannetje van minstens 15 jaar oud. In januari 2000 ving de SL3 een 2 meter lang en 55 kilo zwaar exemplaar in de omgeving van Smith's Knoll (bij Yarmouth). In augustus 1996 werd een vleet van 48 kilo en ongeveer 1,80 meter lang aangeboden op de Urker afslag. Deze vis was door de WK 96 bij Schotland gevangen. In 2002 werd in de Firth of Mull in Schotland met de hengel op vleet gevist in het kader van een onderzoek om vissen te merken. In twee dagen werden elf grote vleten gevangen varierend van 33 tot 77 kilo. Drie exemplaren waren al eerder gemerkt, twee daarvan in 1997 dicht bij de huidige plek. Eén van deze exemplaren woog in 1997 11,3 kilo en in 2002 39,9 kilo. De onderzoekers van zeeonderzoekinstituut IMARES vinden ook weleens een vleet in de Noordzee, zoals tijdens de boomkorsurvey van 2015.
Verspreiding
Vleten zijn bodemvissen die leven op plekken waar het tussen de 30 en 600 meter diep is.
kaart-vleet.jpg
