Haring
Verschillende groepen
Er zijn in de Noordzee drie groepen haringen die op verschillende plaatsen en momenten eieren leggen. Er is een groep die paait in augustus en september voor de Schotse en Shetlandse kusten. De Doggersbankharingen doen het midden in de Noordzee van augustus tot oktober. En dan is er een groep haringen die paait in het Kanaal, van november tot januari. Een vierde haringpopulatie paait in het voorjaar in de Oostzee en trekt daarna via het Skagerrak de Noordzee in. Dit is de groep die de eerste maatjesharing levert. Deze verschillende groepen haringen zien er vaak net iets anders uit.
fitis-haringschool-sd.JPG
Haring in de Zuiderzee
Ooit was er een groep haringen die de Zuiderzee in trok om te paaien. Vissers, dolfijnen, zeehonden en bruinvissen maakten van deze trektocht een waar jachtfestijn. De Zuiderzee verdween met het dichten van de Afsluitdijk, en daarmee verdween ook de Zuiderzeeharing. Ze werden in het begin met bakken vol bij de Afsluitdijk gevonden. Na een paar jaren waren ze verdwenen. Maar in 2006 ving de TX10 toch nog een exemplaar van de uitgestorven geachte haring. De vissers herkennen de vissen aan de iets kortere en dikkere bouw. Ook heeft de Zuiderzeeharing minder wervels. Na de sluiting van de Zuiderzee hebben sommige vissen zich waarschijnlijk met andere haringgroepen vermengd, waardoor ze toch niet helemaal uitgestorven zijn.
Voortplanting in de Noordzee
Op de paaigronden leggen de vrouwtjes van de hele school tegelijk eitjes, zo'n 10.000-60.000 per vrouwtje. De eitjes worden tegelijkertijd bevrucht door de mannetjes. Het paaien gebeurt net boven de zeebodem. De met slijm bedekte eitjes zinken en hechten zich vast aan de bodem. Ze komen, afhankelijk van de temperatuur, uit na 8 tot 40 dagen. De larven drijven naar hun 'kinderkamer', voornamelijk aan de oostkusten van de Noordzee. Jonge haringen (bliek) blijven daar de eerste jaren in ondiep, voedselrijk water. Na twee jaar gaan ze naar diepere wateren. Na 3 tot 5 jaar wordt haring volwassen en paaien ze elk jaar tot ze sterven. Vroeger bleven van alle tienduizenden eitjes die elk vrouwtje elk jaar legt zo'n zeven nieuwe haringen over. Tegenwoordig produceren de haringvrouwtjes uiteindelijk maar drie nieuwe haringen per jaar. Dit komt doordat het zeewater steeds warmer is geworden, waardoor de haringlarven hongeriger worden. Daarnaast verandert door het opwarmen van het zeewater de samenstelling van het dierlijk plankton. De hongerige haringlarven kunnen hierdoor niet genoeg te eten meer vinden. Het resultaat is dat er minder volwassen nakomelingen per legsel over blijven.
De haring als consumptievis
Wereldwijd gezien is haring de op vier na belangrijkste soort voor de visserij. Jaarlijks wordt er wereldwijd ongeveer 1,5 miljoen ton haring gevangen. Alleen de ansjovis, de koolvis, de Chileense horsmakreel en de zilverkarper worden nog meer gevangen. Voor de Nederlandse vloot loopt het haringseizoen van eind mei tot in maart. Deze vloot vist vooral op de haring in de westelijke Noordzee en rond de Schotse eilanden. Het merendeel van de gevangen haring wordt zure of ingeblikte haring. Slechts éénvijfde tot éénderde van de haringen worden zoute 'maatjes'-haring. Dit is haring die nog geen hom of kuit heeft gevormd. Ze bestaan voor meer dan 15 % uit vet. Veel 'Hollandse nieuwe' wordt overigens gevangen door Noorse of Deense vissers. Sinds 2009 krijgt alle maatjesharing het MSC-keurmerk. Dit keurmerk wordt toegekend aan vormen van visserij die voldoende rekening houden met de natuur en het milieu op zee.
Verspreiding en leefgebied
Noordelijk halfrond, Noordzee en Oostzee. Ook langs de Nederlandse kust.
kaart-haring.jpg

Hoe gaat het met de haring in de Noordzee?
In 1965 werd in 1 jaar een recordvangst van 1,3 miljard kilo haring gevangen. Dat ging natuurlijk niet lang goed en niet lang daarna nam het aantal haringen zo snel af dat het bijna leidde tot het uitsterven van de soort, rond 1978. In 1989 was het aantal haringen weer boven de veilige grens gekomen, maar enkele jaren later dreigde de haringstand opnieuw in te storten. In 2003 ging het weer beter en zwom er in de Noordzee meer dan 2 miljoen ton volwassen haring. Dat was ruim twee keer zo veel als de hoeveelheid haring die nodig is om de soort in stand te houden. De vissers mochten meer haring gaan vangen en deden dat ook, met als gevolg dat de haringstand weer sterk daalde. De grafiek laat zien dat dit al de derde keer was dat dit gebeurde. Het blijft moeilijk om net zo veel haring te vangen, dat de haringstand op peil blijft. De laatste jaren mocht er nog maar weinig haring gevist worden en met resultaat. In 2011 en 2012 werd geschat dat er zo'n 2,3 miljard kilo geslachtsrijpe haring in de Noordzee zwom, het aantal was daarmee weer terug op het niveau van de jaren vijftig en zestig. Voor actuele cijfers over visvangst, zie onder 'links'.
Haringscheten
In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw bleven de Zweeds-Russische relaties gespannen omdat de Zweedse marine regelmatig geluid opving van onderzeeboten die niet te vinden waren. Na het uiteenvallen van het Oostblok gingen de geluiden echter gewoon door. Onderzoek bracht aan het licht dat het ging om het geluid van de 'scheten' van haringen. Haringen maken onder water veel lawaai door scheten te laten. Ze laten daarvoor gas ontsnappen uit hun zwemblaas. Haringscheten klinken als een sissend geluid, als het bakken van spek. Het is de taal waarmee haringen met elkaar communiceren.