Getij
Wat is getij?
Het verschil tussen hoog- en laagwater bedraagt aan de Belgische zo’n 4 à 5 m. Aan de Nederlandse kust - afhankelijk van de locatie zo'n 1.5 à 4 m. Bij springtij en hevige storm komt het water nog iets verder op het strand. Je dient altijd rekening te houden met het getij. Op plaatsen zoals een strandhoofd (beter gekend als golfbreker) of de zandbank van Heist kan het opkomende water je afsluiten van het strand. Bij vloed kunnen ook zwinnen (geulen op het strand) bedrieglijk zijn. Vooral kleine kinderen die op die bank spelen, en kinderen die niet (goed) kunnen zwemmen, kunnen verrast worden als ze plots door een diepe plas moeten. Het getij versterkt ook de kracht van de stromingen en de stormgolven.
Het getij is een voorspelbare en regelmatige verandering in het zeeniveau, veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan (en in mindere mate de zon) en de draaiing van de aarde.
Springtij en doodtij
Zowel de maan als de zon oefenen een aantrekkingskracht uit op de aarde. Het effect van de zon is maar de helft van die van de maan. Dit komt doordat de afstand tussen de zon en de aarde veel groter is dan de afstand maan-aarde. Wanneer aarde, maan en zon zich op één lijn bevinden, is de aantrekking het grootst. Het hoogtij kent een hogere waterstand en het laagtij een lagere waterstand dan normaal. Dit fenomeen staat gekend als springtij. Maar wanneer de zon en maan zich in een rechte hoek bevinden ten opzichte van de aarde werken ze elkaar als het ware tegen, wat leidt tot minder sterke hoogwaters en laagwaters. Dit verschijnsel noemt men doodtij. De maan draait rond de aarde in ongeveer 27,3 dagen. Tezelfdertijd gaat ze, met de aarde mee, in een omwenteling van 29,5 dagen rond de zon. De combinatie van beide omwentelingen zorgt ervoor dat springtij ongeveer éénmaal om de twee weken voorkomt.
Getijpatronen
Bij ons en op heel wat andere plekken is er een zogenaamd ‘semi-diurnaal’ getij: zowel het hoog- als het laagtij doen zich tweemaal daags voor, en bereiken vergelijkbare niveaus. In sommige regio’s vertoont het getij een ‘diurnaal’ patroon waarbij zowel hoog- als laagtij elk één keer per dag voorkomen. Bij een ‘gemengd getij’ komen hoog- en laagwater tweemaal per etmaal voor, maar verschillen de bereikte zeeniveaus. Deze verschillen worden veroorzaakt door het gecombineerd effect van de corioliskracht, de oceaanstromingen, het type oceaanbodem en hoe het omringende land is opgebouwd. Deze combinatie zorgt tevens voor het voorkomen van ‘amfidromische punten’. Dit zijn punten in zee waar geen getij merkbaar is. Hoe verder weg van dit punt, hoe groter het getij wordt.
Wantij
Typisch voor de Waddenzee is het verschijnsel wantij. Het getij op de Waddenzee komt eerst aan de westkant van de Waddeneilanden opzetten, enkele tientallen minuten later zet het water op aan de oostkant. Achter de eilanden is een gebied waar de 2 getijgolven elkaar ontmoeten. Op deze plek staat het water dan bijna stil.
Tide-map-world_NASA-GSFC.jpg
Voorkomen & cijfers
Op heel wat plaatsen (grote oceaanbekkens, sterk ingesloten zeeën) is de getijwerking beperkt. Daarom vertoont het wereldwijde getij een verschil van nauwelijks 2 cm. Daar waar de getijgolf zich echter tussen continenten of landmassa’s wringt, kun de getijdverschillen sterk oplopen. In Europa varieert het getijverschil van bijna nulwaarden in de Middellandse Zee tot extreme getijdverschillen van 15 m in het Engels Kanaal. Dit is hoger dan een gebouw met 3 verdiepen en bijna zo hoog als het grootste getijverschil in de wereld (Fundybaai, Canada). Aan kusten met een vlakke zeebodem, kan de snelheid waarmee het opkomende tij de vlaktes overstroomt meer dan 10 km uur bereiken.
Sommige gebieden met een snelle getijwerking zijn befaamde toeristische trekpleisters. De meest bekende zijn gelegen in Bretagne (Frankrijk): de Passage du Gois, de Mont Saint-Michel en Saint Malo. Maar ook in het Verenigd Koninkrijk zijn Barra Airport (Schotland) en St Michael’s Mount (Cornwall) gekend voor hun grote getijverschillen.
Klik hier voor een timelapse video van het opkomende tij in Saint Malo (Frankrijk).
Strand types: Kliffen en zandruggen aan het strand vormen een gevaar in combinatie met het getij. Mensen wandelen of zwemmen vaak naar deze structuren en geraken ingesloten bij opkomend water.
Mensen in gevaar: Mensen afkomstig uit het Mediterrane gebied of andere landen waar het getij verwaarloosbaar klein is, zijn zich vaak niet bewust van dit gevaar. Hetzelfde geldt voor mensen die gewoonlijk langs vlakke stranden wandelen zonder kliffen. Ze worden doorgaans verrast wanneer ze ingesloten worden tussen de opkomende oceaan en de kliffen, en op die manier afgesloten raken van het vasteland.
1024px-England-Saint-Michaels-Mount-1900-1_WIKIPEDIA.jpg
Hoe problemen vermijden?
Het tijdstip van opkomend en afgaand water verschuift elke dag. Bekijk daarom de lokale getijtabellen vooraleer je je uitstap naar het strand plant. Zo weet je op welk moment het tij zal opkomen, aan welke snelheid en tot welke hoogte het water zal komen.
Wanneer je langs stranden met kliffen gaat wandelen, zorg dan dat je steeds een opgeladen mobiele telefoon bij je hebt. In geval van nood kan je zo de reddingsdiensten verwittigen.
Ga nooit alleen baden. Als ouder hou je best je kinderen extra in het oog wanneer het tij opkomt.
Wat te doen bij problemen?
- Bel eerst en vooral de reddingsdienst of een noodnummer wanneer je vastraakt door het getij.
- Trek de aandacht wanneer reddingsdiensten of -boten passeren.
- Pas alle kennis toe die je meekrijgt op deze site over strandgevaren: watertemperatuur, stromingen, constructies ...
PIXABAY_cave.jpg
Regionale informatie
België
De Belgische kust heeft een springtij interval van 4,5-5 m en een doodtij interval van 3,7-3,9 m. Het getij-interval is lichtjes kleiner in het oosten dan in het westen, terwijl de kusten in het oosten steiler zijn.
Nederland
In Nederland bedragen getij intervallen zo'n 3,8 m in het zuiden (Zeeland), nemen deze af richting het noorden tot zo'n 1,4 m in Den Helder vanwaar het vervolgens weer toeneemt richting het noordoosten tot 2,3 m nabij het eiland Schiermonnikoog.