Konijn
Verspreiding en leefgebied
Vóór de laatste ijstijd kwamen konijnen veel voor in midden-Europa. Door de kou stierven ze daar uit. Alleen in Spanje en Noord-Afrika konden ze overleven. Het konijn werd in de Middeleeuwen vanuit Zuidwest-Europa in onze streken ingevoerd voor de vacht, het vlees en de plezierjacht. Ook op alle waddeneilanden werd het konijn ingevoerd, behalve op Griend. Konijnen houden van graslanden, open weilanden, heidegronden, open bossen, de rand van landbouwgebieden en zandduinen. Ze hebben het liefst een droge, losse, zanderige bodem om holen in te kunnen graven. Konijnen graven holen als schuilplaats. Naarmate een hol langer in gebruik is, worden er steeds meer ingangen gegraven en groeit het geheel uit tot een burcht. Het leefgebied van een konijn strekt zich meestal uit tot ongeveer 50 meter rond de burcht.
pda-konijnenhol-ogb.jpg
Zwarte waddenkonijnen
Konijnen hebben nogal eens een afwijkende vachtkleur. Vooral een zwarte vacht komt voor. Op de waddeneilanden Texel, Vlieland en Schiermonnikoog komt dit vaker voor dan op het vasteland. Dit komt waarschijnlijk omdat er op deze eilanden geen roofdieren als de vos en de bunzing leven. Op het vasteland worden opvallende kleuren door roofdieren snel opgemerkt en maken deze konijnen geen kans. Op de waddeneilanden kunnen konijnen met opvallende kleuren wel overleven. Waarom de roofvogels hier geen invloed op hebben, is niet bekend.
Myxomatose
Als een populatie konijnen te groot wordt, breekt meestal de virusziekte myxomatose uit. Deze ziekte is in 1952, in Frankrijk, opzettelijk verspreid om de konijnenstand te verkleinen. Een met myxomatose besmet konijn sterft een langzame, pijnlijke dood. Slijmvliezen van ogen, oren, geslachtsopening en anus raken ontstoken, waardoor het dier niet meer kan zien en zeer kwetsbaar wordt. Na een week gaat het besmette konijn dood aan hersen- en longontsteking. Myxomatose wordt overgebracht door muggen en vlooien.
ame-ziek-konijn-53_HR.jpg
Viraal Haemorrhagisch Syndroom (VHS, RHD)
Het VHS virus (ook wel RHD, Rabbit Haemorrhagic Disease, genoemd) is voor het eerst in China gevonden, bij konijnen die in Duitsland gefokt waren. Ondertussen is het virus over de hele wereld verspreid geraakt. Bij besmetting gaat een groot deel van de konijnen dood (80-95% van de groep). Op kamertemperatuur kan het virus wel drie maanden overleven. Konijnen die de ziekte onder de leden hebben vertonen geen uiterlijke kenmerken van ziekte, zoals bij myxomatose wel het geval is. Met VHS-virus besmette konijnen gaan erg snel dood, meestal binnen 24 tot 48 uur.
Jacht
In gebieden die zijn beschermd onder de Natuurbeschermingswet, mag niet gejaagd worden. Elders in Nederland wel: de jacht op konijnen is geopend van 15 augustus tot en met 31 januari. Landroofdieren, zoals vossen en hermelijnen, en grote roofvogels eten graag konijnen.
Ame-konijn_HR.jpg
Geen knaagdieren maar haasachtigen
Konijnen zijn geen knaagdieren, maar behoren tot de haasachtigen. Het voornaamste verschil tussen beide groepen zit hem in het gebit. Konijnen en hazen hebben 4 snijtanden in de bovenkaak: naast twee grote snijtanden hebben ze ook nog twee kleinere stifttanden. Knaagdieren (zoals muis, rat en hamster) hebben alleen de twee grote snijtanden. De haasachtigen hebben ook een gespleten bovenlip, en ze gebruiken nooit hun voorpoten om er voedsel mee vast te houden.
Haasachtigen worden door veel roofdieren als een lekkernij gezien. Om hun belagers al van ver te kunnen waarnemen, hebben ze grote ogen en oren, en ze kunnen goed rennen. Haasachtigen eten alleen planten. Ze produceren twee soorten keutels: droge in de nacht en zachte overdag. De laatste eten ze zelf op, zodat ze alle voeding eruit kunnen halen.