Dolfijnen: gedrag en bedreigingen
collage-dolfijnen-ned.jpg
Niet zien maar horen
Dolfijnen herkennen elkaar doordat elk dier zijn eigen 'fluitje' heeft. Ze gebruiken het om elkaar te roepen. Om eten te kunnen vinden gebruiken dolfijnen hun oren in plaats van hun ogen. Vanuit hun kop kunnen dolfijnen hoge pieptonen uitzenden die weerkaatsen tegen bijvoorbeeld een vis. De weerkaatsing wordt weer opgevangen in de onderkaak van de dolfijn. Dit heet echolocatie en hiermee kan een dolfijn bepalen hoe groot de vis is, welke kant hij op zwemt en hoe snel de vis zwemt. De dolfijn kan de sterkte van de pieptoon zelf regelen. In een rumoerige zee moeten de dolfijnen dus harder piepen dan in een stille zee. Bovendien kunnen ze de echo's slechter terughoren. Dolfijnen en bruinvissen hebben daarom veel last van geluiden onder water die door mensen gemaakt worden, zoals van scheepsmotoren. Bedenk daarbij ook dat geluid zich onder water veel sterker en verder voortplant dan in lucht boven water.
Slapen en ademhalen
Dolfijnen kunnen niet onbewust ademen, zoals mensen doen. Ze moeten blijven denken aan de volgende hap lucht die ze aan de oppervlakte moeten halen. Wanneer ze zoals mensen in slaap zouden vallen gaan ze dood. Dolfijnen slapen daarom maar half. Ze kunnen de ene hersenhelft laten slapen, terwijl de andere helft het belangrijke werk van de slapende helft overneemt. Op deze manier kan de dolfijn toch veilig een dutje doen.
Als dolfijnen gewond raken worden ze vaak door soortgenoten geholpen. Ze houden de gewonde dolfijn boven water.
mdb-gewone-dolfijn-04.jpg
Nieuwe Noordzee-dolfijn ontdekt
In 2008 viste de Noordzeekotter GO28 een vreemd bot op uit de Noordzee. Nu blijkt dat van een dolfijn te zijn die nog nooit eerder was gevonden. Het gaat dus om een nieuwe soort! Het is wel jammer dat de dolfijn inmiddels is uitgestorven. Het dier heeft hier 2 tot 3 miljoen jaar geleden geleefd, in de periode voor de IJstijden. Het bot, een stuk van de snuit, is voor dolfijnen erg kort en heeft een bijzondere verbreding aan het uiteinde, vergelijkbar met de snavel van een lepelaar. Het moet een dolfijn geweest zijn die wel iets weg had van de tegenwoordige griend, vier tot zes meter lang, met een enorm brede, bolle kop. Daarom is de dolfijn stompsnuitdolfijn genoemd. Verder is de dolfijn ook vernoemd naar de schenker van het bot, Albert Hoekman. De volledige naam van de nieuwe dolfijn is dus Hoekmans stompsnuitdolfijn. De onderzoekers vermoeden dat de stompsnuitdolfijn, net als de grienden van tegenwoordig, een sonarsysteem heeft gehad, waarmee hij vis kon opsporen. Het bijzondere bot is te zien in het Natuurhistorisch Museum Rotterdam.
Bedreiging
Tussen 1940 en 1965 zijn er veel dolfijnen en bruinvissen verdwenen uit grote delen van de Noordzee. Er zaten toen veel giftige stoffen in de vis. Omdat dolfijnen vis eten, kregen zij veel last van deze stoffen. Naast vervuiling hebben dolfijnen last van lawaai onder water, van scheepvaart en bouwwerkzaamheden op zee. Tenslotte is overbevissing op de soorten vis die dolfijnen eten een bedreiging.
bruinvis-sw.JPG
Bescherming
In 1991 tekende een aantal landen de ASCOBANS-overeenkomst, dat staat voor 'Agreement on the Conservation of Small Cetaceans of the Baltic, North East Atlantic, Irish and North Seas'. Deze landen verplichten zich om de leefgebieden van kleine walvisachtigen te beschermen, de verspreiding beter te onderzoeken, vervuiling te verminderen en informatie te verspreiden. Als bruinvissen en dolfijnen aanspoelen zijn ze moeilijk te redden. De Stichting SOS Dolfijn, gehuisvest bij het Dolfinarium in Harderderwijk, probeert er toch zoveel mogelijk te redden. Verschillende instellingen langs de kust, waaronder Ecomare, hebben de uitrusting voor de eerste opvang, waarna de dieren naar Harderwijk worden vervoerd. Lukt het daar om ze weer gezond te maken, dan worden ze teruggebracht naar zee.