Tong

Vissers vangen soms vreemde tongen in de Noordzee. In 2013 ving de kotter TX14 in de zuidelijke Noordzee een aantal tongen met grote blaren op hun lichaam. Volgens onderzoekers van het onderzoeksinstituut IMARES werden deze blaren veroorzaakt door de koude zeewatertemperaturen. "Deze blaren zijn een soort bevriezingsverschijnselen en ontstaan door langdurige blootstelling aan een watertemperatuur onder de 5C. Door de beschadigde huid en verminderde weerstand treedt vaak zweervorming op," aldus een van de onderzoekers. Jan Hendrik Romkes van de kotter BCK 40 ving in 2013 een tong met een dubbel achterlijf. Uit het achterlijf van het voorste deel van de dubbele tong kwam een tweede, achterlijf tevoorschijn.  Deze vreemde vorm is een groeiafwijking die waarschijnlijk al in het ei is ontstaan. Mogelijk is het een soort Siamese tweelingtong.

Tong is de belangrijkste vis voor de Nederlandse vissers, ze leveren veel geld op omdat ze zo lekker zijn. Vreemd genoeg hebben deze vissen voordeel van de boomkorvisserij. De zware kettingen van de boomkor woelen de zeebodem om. Daardoor worden veel bodemdieren gedood of verwond. Tongen, en andere bodemschuimers zoals krabben en zeesterren, hebben zo een makkelijke prooi. Daarnaast groeien wormen goed in de omgewoelde bodem, het lievelingskostje van de tong.

Tong is een algemene vissoort die in het noordoosten van de Atlantische Oceaan en in de Noordzee voorkomt. Ze hebben een voorkeur voor warme zeebodems. De noordgrens van het verspreidingsgebied van de tong ligt op de Noordzee. In strenge winters trekt de tong naar de plaatsen waar de zeebodem het warmst blijft. Uit onderzoek van visserijbiologen van ICES blijkt dat tongen steeds noordelijker voorkomen. De Waddenzee is een belangrijke kinderkamer voor jonge tong.