Korstmossen algemeen
Korstmossen als milieu-indicatoren
fitis-rood bekermos-1-sd_02.jpg
Korstmossen kunnen goed tegen weer en wind, droogte en storm, maar niet tegen luchtvervuiling. Ze hebben geen wortels en leven bijna letterlijk van de regen en de wind. In gebieden met veel fabrieken die zwavelhoudende rook in de lucht brengen komen de meeste soorten korstmossen niet voor. Veel fabrieken hebben vanaf eind jaren '80 van de vorige eeuw filters in hun schoorstenen gebouwd om de zwavel eruit te halen. Vanaf toen zag je sommige soorten weer terugkomen. Door het warmere klimaat in de jaren na 1990 is een aantal noordelijke soorten korstmossen zeldzamer geworden, terwijl enkele zuidelijke soorten nu in Nederland voorkomen.
Groeivormen en voortplanting
fitis-korstmossensteen-mokbaai-10-sd.jpg
Korstmossen hebben een aantal karakteristieke groeivormen: draadvormig, korstvormig, bladvormig of struikvormig, soms verbreed tot een soort bekertjes. Korstmossen kunnen zich zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk voortplanten. De schimmel maakt sporen, net als bij paddenstoelen. De spore moet als zij ergens terecht is gekomen, dan wel een geschikte alg vinden. Korstmossen doen veel meer aan ongeslachtelijke voortplanting. Ze scheiden kleine stukjes af op een speciaal deel van het korstmos. Die kunnen makkelijk meegevoerd worden door wind of water.
Korstmossen groeien langzaam. Korstvormige korstmossen op schrale rotskusten groeien maar enkele millimeters per jaar, maar worden eeuwen oud. Sommige struik- en bladvormige korstmossen groeien daarentegen tot zo'n 3 centimeter per jaar en worden meestal niet zo oud. De belangrijkste periode voor de groei is in het algemeen de late herfst.
Grijze duinen
In tegenstelling tot de naam, grijze duinen zijn niet oude duinen. Ze zijn bedekt met grijskleurige korstmossen, die juist in jongere duinen groeien.