
Waarschijnlijk heb je nog nooit een levende wulk in het echt gezien. Toch behoort deze grote zeeslak tot de normale bodemfauna van de Noordzee. Ze leven wat dieper in zee. Op het strand zie je enkel lege of beschadigde slakkenhuizen die aanspoelen. Ook fossiele wulken uit het Pleistoceen vind je op het strand. Veel van die lege slakkenhuizen zijn begroeid met zeepokken of met een kort van Ruwe zeerasp. De wulk blijkt heel gevoelig voor overbevissing, voor het omwoelen van de zeebodem en voor giftige stoffen zoals tributyltin (die ondertussen verboden zijn).

46b_wulk_Misjel-Decleer_1200.jpg

Een massa eieren
Strandwandelaars kennen de wulk doordat zij soms eikapsels van deze slak vinden. De wulk zet deze eiermassa's vast op stenen of ander hard materiaal op de zeebodem. De kapsels die op het strand liggen zijn losgeraakt, soms door waterbewegingen, vaker door vistuig dat over de bodem wordt gesleept.
westerhever-strand-ei-wulk-938-sj.jpg

Verspreiding en habitat
De wulk leeft in diepere delen van de Noordzee. Ze leven op alle soorten bodems. Normaal gesproken leven ze rond 100 meter diepte, maar er zijn ook wel wulken gevonden op 1200 meter diepte.
Wulken en gif
Eind vorige eeuw ontdekten onderzoekers steeds vaker vrouwelijke wulken met vreemde uitgroeisels die wel op een penis leken. Het aangroeisel blokkeerde de eileider, waardoor de eitjes die de wulk aanmaakte niet naar buiten konden komen. Dit verschijnsel heet imposex. Hierdoor kunnen de wulken zich niet voortplanten. Onvruchtbaarheid vanwege imposex kwam opvallend vaak voor in de buurt van de drukke scheepvaartroutes. Op sommige plekken had in de periode 1991-1997 tussen de 90 en 100% van de wulken dit soort vergroeisels. Uit verder onderzoek bleek dat dit verschijnsel wordt veroorzaakt door tributyltin (TBT), een gifstof die werd gebruikt in de verf waarmee de aangroei van zee-organismen op schepen werd tegengegaan. Vanaf 2008 is het verboden om, op welke manier dan ook, TBT op schepen toe te passen. Maar het gaat nog steeds niet goed met de wulken. Een tekort aan wulken levert ook een probleem op voor heremietkreeften. Wulkenschelpen zijn de enige schelpen die groot genoeg zijn om volwassen heremietkreeften te huisvesten. Als er minder schelpen zijn, zijn er meer dakloze heremietkreeften.
wulkpenis.jpg

Wulkenvisserij in de Waddenzee
Rond 1925 was de visserij op wulken belangrijk in de Waddenzee. De slakken werden opgevist met een boomkor, een net dat over de bodem wordt gesleept. Oestervissers waren werkeloos geworden doordat alle oesters in 1921 in de Waddenzee als gevolg van een ziekte uitstierven. Om toch een inkomen te hebben schakelden ze over op wulkenvisserij. Er werd een half miljoen kilo per jaar uit de westelijke Waddenzee en de noordelijke Zuiderzee opgevist. De wulken werden vooral verkocht in Frankrijk en Engeland. Na een aantal topjaren werden de netten minder vol omdat de wulk niet tegen de hoge visserijdruk bestand bleek te zijn. De afsluiting van het IJsselmeer in 1932 zorgde ervoor dat het leefgebied van de wulk veel kleiner werd In de Tweede Wereldoorlog was de Waddenzee verboden gebied en leefde de wulkenpopulatie nog wat op. Toen er na de oorlog weer werd gevist was het echter snel gedaan met deze soort. Ondanks dat er niet meer op wulken gevist wordt heeft deze slak nog steeds last van de visserij. De eikapsels worden vaak losgetrokken door de wekkerkettingen van de boomkorvisserij. Ook de volwassen dieren worden beschadigd door de wekkerkettingen. Het dier hoeft dan niet dood te gaan, maar het herstel van de schelp kost veel energie.