Tapuit
Habitatverlies
Tapuiten houden van open en schaars begroeide gebieden: heide, duinen, terrils, zandvlakten. Deze gebieden worden tegenwoordig veel minder intensief begraasd. De heide wordt ingepalmd door gras, de duinen groeien dicht met duindoorn. Ook de zure regen en een toegenomen stikstofdepositie zijn mede oorzaak van die verandering in de vegetatie. Veel duinen worden ook volgebouwd en de sterk toegenomen recreatie verdreef de overblijvende broedpaartjes naar afgesloten gebieden (zoals militaire domeinen en natuurreservaten in de duinen, en open terreinen in havengebied).
tapuit.jpg
Konijnen
Maar nu er minder konijnen zijn in deze gebieden, komen er ook minder tapuiten. In Nederland en België zijn er nu, door allerlei ziektes, veel minder konijnen in de duinen dan vroeger, tot 85% minder. De tapuit gebruikt de verlaten konijnenholen als broedplaats.
Alleen grootschalig habitatherstel in de duinen kan leiden tot het herstel van een tapuitenpopulatie. Behoud van de tapuit als broedvogel is enkel mogelijk als in voormalige broedgebieden de vegetatie wordt afgeplagd tot op de kale zandbodem, alle struweel wordt verwijderd en heide en duinen weer extensief worden begraasd. Ook ingegraven nestkasten - die de konijnholen vervangen en veiligheid bieden tegen predatie door vossen en katten - kunnen een duwtje in de rug zijn.