Hoefdieren
Begrazing
Hoefdieren spelen in de natuur een belangrijke rol als graasdieren. Door hun gegraas ontstaan open plekken in het bos en blijven daar heiden en grasvelden bestaan. In de duinen gaan ze vaak vergrassing tegen. Zo blijft er variatie in het landschap, en veel soorten planten en kleine dieren zijn daar afhankelijk van. Mensen laten daarom ook expres hoefdieren los in natuurgebieden, als ze daar niet meer van nature voorkomen. Vaak zijn dat landbouwhuisdieren, zoals Schotse Hooglandrunderen.
Runderen
Runderen eten voornamelijk wat langer gras, riet en kleinere kruiden. In het natuurbeheer wordt vaak gekozen voor runderen die veel op de uitgestorven oeros lijken. Die hebben kwaliteiten die hen in staat stellen om zelfstandig in natuurterreinen te leven, ook als het 's winters kouder wordt en er minder voedsel is. De rassen die in natuurgebieden aan de kust grazen zijn: Heckrunderen, Schotse hooglanders, Limousin en Galloways. Het vlees van de runderen die in natuurgebieden lopen wordt na de slacht als speciaal scharrelvlees aangeboden.
fitis-pcd02100-hooglanders(1).jpg
Schapen
Schapen eten het gras en jonge boompjes weg tussen de heideplanten. Daarnaast eten zij ook kruiden. Behalve in heideterreinen worden zij ook ingezet in duingebieden en op kwelders. Schapen houden niet van gebieden met veel ruige begroeiing. Enkele rassen zijn geschikt om in de voedselarme omstandigheden van deze gebieden te grazen. Dit zijn het Drents heideschaap, het Soayschaap en het Schonebekerschaap. Ook de Texelaar wordt wel ingezet bij het natuurbeheer.
Op een van de Orkney-eilanden, ten noorden van Schotland, leeft een bijzonder schapenras dat vooral van algen, zeegrassen en wieren leeft. De schapen eten bij voorkeur de grote bruine algen die bij eb op het strand aanspoelen. Hun darmflora bevat specifieke bacteriën die in staat zijn de algen af te breken.
ame-soay-roosduin.jpg
Geiten
Geiten eten grassen, kruiden en jonge boompjes. Daarnaast is een geit in staat om ook oudere bomen op te ruimen. Als je als natuurbeheerder toch nog hier en daar een boom in het terrein wilt hebben is het niet verststandig om geiten te gebruiken als begrazers.
Het originele Nederlandse geitenras is de Nederlandse landgeit. Dit ras was bijna uitgestorven, maar er wordt nu weer mee gefokt. De geit is erg goed geschikt voor de bestrijding van de opslag van berk en Amerikaanse vogelkers. De Nederlandse landgeit wordt onder andere door Staatsbosbeheer ingezet voor het beheer van de Vroongronden in de Kop van Schouwen, in het bokkendal op Vlieland en in het duingebied van Terschelling.
geiten-terschelling-2-pl.jpg
Paarden
Het oorspronkelijke wilde paard van Europa, de Tarpan, is evenals de oeros uitgestorven. Voor het begrazen van natuurgebieden zijn paardenrassen die qua gehardheid, weerstand en uiterlijk zo veel mogelijk op de Tarpan lijken het meest geschikt. In natuurgebieden aan de kust kun je dan ook het Noorse fjordenpaard, de Konik, de Exmoor Pony en de Shetland pony tegenkomen. Paarden eten behalve de stengels van gras ook riet, duinriet en delen van bomen en struiken.
Paarden en pony's hebben als nadeel dat recreanten er niet bang voor zijn en de dieren dus aanhalen en voederen. In een natuurgebied wordt vaak een zo natuurlijk mogelijke situatie nagestreefd. De paarden en pony's zijn daardoor vaak half wild en kunnen agressief reageren op bezoekers die ze willen knuffelen.
SBB-fjorden.jpg
Ree
De ree (Capreolus capreolus) leeft in bossen, op open velden en in de duinen. Reeën eten allerlei planten: gras, kruiden, bramen, knoppen en bladeren van bomen en struiken, paddenstoelen en allerlei landbouwgewassen. Ze komen voor op het vasteland en op de eilanden Terschelling, Ameland, Borkum, Sylt en Föhr. Op Terschelling zijn ze moedwillig door mensen uitgezet. Op Ameland is een reebok over het wad aan komen lopen, vanaf Friesland, waar veel reeën zijn. De jagers van Ameland hebben er toen een paar reegeiten bijgehaald. In 2009 werd op Schiermonnikoog voor het eerst sinds 15 jaar een ree gezien. De reebok was waarschijnlijk naar het eiland gezwommen.
Chevreuil_repos.jpg
Damhert
Damherten (Dama dama) leven van nature in oudere bossen met veel ondergroei. Ze kunnen ook in de duinen overleven. Ze komen bijvoorbeeld op verschillende plaatsen voor in de duinen van Zeeland en langs de Hollandse kust. In de Amsterdamse Waterleidingduinen leven zelfs duizenden damherten. Het is daar een plaag voor de mensen die er in de buurt leven. De herten houden namelijk erg van de plantjes in achtertuinen. In het wild eten damherten graag gras, bladeren en vruchten van bomen struiken, en soms boombast. In Nederland zijn damherten altijd nakomelingen van uitgezette dieren. Ze staan op de Rode lijst van bedreigde diersoorten in Nederland.
Dama_dama8.JPG
Edelhert
Een edelhert (Cervus elaphus) leeft in bossen, in ruige velden met veel struiken en aan de rand van moerassen. Edelherten eten grassen en bladeren en twijgen van bomen en struiken. Tot in de Middeleeuwen kwamen edelherten voor aan de Nederlandse kust, maar door de jacht zijn ze daar uitgeroeid. Sinds het einde van de vorige eeuw kun je ze weer volop tegenkomen in natuurgebieden. Daar worden edelherten namelijk ingezet als graasdier. Tot nu toe zijn ze niet in de Nederlandse duinen uitgezet. Op Terschelling heeft een onbekend persoon een poging gedaan, maar dat was tegen de wil van de grondeigenaar Staatsbosbeheer. Die heeft de dieren weer weggevangen.