Zwartkopmeeuwen komen steeds meer voor in Nederland en België. Ze lijken erg op de veel bekendere kokmeeuw. En om het nog moeilijker te maken broeden ze ook nog eens vaak in dezelfde kolonies. Toch zijn de twee soorten met een beetje moeite wel uit elkaar te houden. De zwartkopmeeuw lijkt een fors uitgevallen kokmeeuw met een veel feller rode snavel en poten, althans in de zomermaanden. De pikzwarte kopkap loopt ook verder door, tot in de nek. 's Winters verdwijnt de kap en blijft enkel nog een zwarte veeg door het oog over, het zogenaamde 'boevenmasker' (ten opzichte van de ronde 'hoofdtelefoon' bij de kokmeeuw). Verder heeft de zwartkopmeeuw witte in plaats van donkere vleugelpunten, waardoor de vleugels er veel lichter uitzien dan die van de kokmeeuw. Zwartkopmeeuwen hebben een veel kieskeurigere smaak qua eten, ze lusten vooral kever- en langpootmuglarven (emelten) en wormen.
meer namen
Verspreiding en habitat
Vóór 1970 was de zwartkopmeeuw in Nederland en België een zeldzame en onregelmatige gast uit het zuiden, maar hun aantallen namen geleidelijk aan toe. Tot 1998 broedden zwartkopmeeuwen vrijwel uitsluitend in het Deltagebied. Nu is deze zuidelijke soort ook in het waddengebied te vinden. Ook in Noord-Holland breidt de zwartkopmeeuw zich uit en werden in 2008 zo'n 200 broedparen geteld. Waar de voorhaven van Zeebrugge rond de eeuwwisseling een belangrijke broedplaats was geworden voor zwartkopmeeuwen, ging het sindsdien bergaf (voor deze, maar ook voor de andere er broedende soorten). De haven van Antwerpen geldt wel nog als een belangrijke broedplaats voor deze soort.
Strandvondsten_19-Zwartkopmeeuw-Zomerkleed_Misjel-Decleer_1200.jpg
