Zeehondenopvang Ecomare
Het begin van de zeehondenopvang
In 1952 begon op Texel de heer De Haan, de toenmalige directeur van het Texels Museum, met de opvang van huilers. Dat zijn pasgeboren zeehonden die hun moeder verloren hebben. Met vallen en opstaan lukte het om de zeehonden in leven te houden en op te knappen. Ze werden niet weer uitgezet omdat er immers nog volop op zeehonden werd gejaagd.
De afname van het aantal zeehonden in de jaren vijftig van de vorige eeuw maakte het werk van het opvangcentrum erg belangrijk: enerzijds bleven zeehonden in leven die anders zeker gestorven zouden zijn, anderzijds maakten de museumbezoekers, aangetrokken door de zeehonden, kennis met de problemen in de Waddenzee.
pcd03002 2.jpg
Opvangen, fokken en uitzetten
In de loop der jaren veranderde de houding ten aanzien van de zeehonden aanzienlijk. In Nederland werd de jacht verboden. Opgevangen zeehonden konden, zodra ze gezond waren, weer naar de Waddenzee.
Met de vrij grote groep zeehonden die al jaren in het centrum verkeerde was dit echter minder eenvoudig. De gemiddelde leeftijd van de groep is nu ongeveer 30 jaar, dat wil zeggen bijna drie keer zo oud als hun soortgenoten in de Waddenzee! Sommige zijn blind of missen tanden en kiezen. Deze dieren zijn zo gewend aan hun verblijf in Ecomare dat zij grote moeite zouden hebben zich weer aan te passen aan het leven in de vrije natuur.
uitzetten-zeehondenkisten-0275-sw.JPG
Adoptie van zeehonden bij Ecomare
In 1990 is het zeehonden adoptie programma bij Ecomare van start gegaan. Wie een zeehond adopteert krijgt een kleurenfoto van een zeehond en een informatiepakket. Het aantal vrienden van Ecomare en adoptieouders is in 2010 inmiddels gestegen tot 10.000 particulieren en organisaties.
scr_rianne.jpg
De geboorte van een gewone zeehond
In juli 1994 was Salko de Wolf getuige van de geboorte van een gewone zeehond.
pcd01003-sw-geboorte 2.jpg
De ambassadeurs van de Waddenzee
De zeehonden vervullen in Ecomare een belangrijke rol als ambassadeurs van de Waddenzee. Tijdens het voeren en in de expositie vertellen we het verhaal rond de zeehonden, waarbij vanzelfsprekend ook de oorzaken van de problemen in de Waddenzee aan de orde komen.
gewone-zeehond-bezoekers-2111-sw 2.jpg
De toekomst van de zeehondenopvang in Nederland
Elke keer als het goed gaat met de zeehonden in het waddengebied laait de discussie op of de opvang van hulpbehoevende zeehonden nog wel nodig is. In 2002 werd het eindrapport van het Wetenschappelijk Platform Zeehonden Waddenzee gepresenteerd. Aan dit rapport werkten ministeries, onderzoekers, zeehondenopvangcentra en natuurbeschermers mee. Zij concludeerden dat "Voor het behoud van de zeehondenpopulatie (...) het weghalen, verzorgen en weer uitzetten van zieke, verzwakte of verlaten zeehonden (huilers) niet noodzakelijk is ." Oftewel, er zijn genoeg zeehonden in de Waddenzee. Het is niet echt nodig om ze op te vangen. Peter Reijnders, zeehondendeskundige van het onderzoeksinstituut IMARES, vindt dat heel logisch. Het risico van het uitzetten van opgevangen zeehonden is dat zwakke dieren opnieuw ziektes kunnen verspreiden. Wat IMARES betreft zouden de zeehonden ook geen medicijnen meer moeten krijgen. "Al dat gedokter is slecht voor de populatie in het algemeen", aldus Han Lindeboom van IMARES. Om het voortbestaan van zeehonden in Nederland te garanderen lijkt opvang dus niet meer persé nodig. Mede dankzij het werk van Ecomare is in 1962 de zeehondenjacht gestopt en is er steeds meer draagvlak gekomen voor het beschermen van de (wadden)natuur. Hierdoor kon de populatie zeehonden groeien. En dat is goed nieuws! Er zijn voor Ecomare echter nog zeer goede redenen om zeehonden op te vangen.
- Dierenbescherming en dierenwelzijn. We helpen zeehonden die in nood zijn uit oogpunt van dierenbescherming en dierenwelzijn. Het zijn beschermde dieren, waarvoor wij een zorgplicht hebben. Op Texel is de kans bovendien groot dat een ziek, gewond en/of verweesd dier op een druk strand terechtkomt. Opvang is dan een oplossing, zowel vanwege dierenwelzijn als om te voorkomen dat het dier ziektes overdraagt op mens en (huis)dier.
- Vinger aan de pols ecosysteem/onderzoek. Door de opvang houden we een vinger aan de pols met betrekking tot de gezondheid van de Waddenzee en de zeehondenpopulatie in het algemeen. Ecomare werkt nauw samen met onderzoekscentra. We krijgen een steeds beter inzicht in deze dieren, hun habitat en hoe dat te beschermen.
- De mens als verstoorder. Zeehonden delen hun leefgebied met de mens en dit zorgt ervoor dat ze soms in de problemen komen. Voorbeelden hiervan zijn verstrikking in touwen en netten en verstoring van de geboortegebieden waardoor moeder en jong gescheiden raken. Hulp aan dieren die door menselijk toedoen in de problemen zijn geraakt, hoort tot de kerntaken van de opvang.
- Professionele opvangcentra zijn nodig bij calamiteiten. Het kan verkeren in de natuur: het kan zo maar gebeuren dat een virus of andere invloed van buitenaf de zeehondenpopulatie bedreigt. Als dat gebeurt, is de kennis van professionele opvangcentra essentieel. Door de opvangcentra in stand te houden, blijft de kennis en ervaring behouden.
- Verantwoorde opvang. Ecomare voert een terughoudend opvangbeleid. Dat houdt in dat we eerst kijken of hulp echt nodig is. Onderzoek wijst namelijk uit dat zeehondenmoeders hun pups vaak langere tijd alleen laten, maar toch terugkomen. Als een pup op een te druk strand ligt en er dus weinig kans is dat de moeder zich nog laat zien, dan helpen wij het dier. Of als het dier zichtbaar ziek, verzwakt of gewond is. Dit vergt een deskundige beoordeling.
- Voorlichting en educatie. Jaarlijks ontvangt Ecomare heel veel bezoekers (in 2015 ruim 270.000 mensen). We vertellen ze het verhaal van de zeehond en de Waddenzee. Dit zorgt ervoor dat mensen zich bewust worden van de problemen voor deze dieren en daarmee dragen we bij aan een gezonde Waddenzee.