Amelander milieuzaken
Afvalbeheer
Vroeger was het verwijderen van afval een simpele zaak. Men groef een kuil naast zijn huis waarin het afval werd gestort. Was de kuil vol, dan groef men er een nieuwe naast. Zo gebeurde dat overal, ook op Ameland. Met het groeien van de bevolking werd deze manier van vuilstorten een last voor de omgeving en een gevaar voor de gezondheid. Er kwamen stortplaatsen buiten de dorpen. Sommige van deze stortplaatsen lagen buitendijks. Het waren oude slenken en gaten, zogenaamde dôbben. Als ze helemaal volgestort waren met afval kwam er grond overheen en werd het een hooilandje. Zo werden in de loop van de tijd heel wat slenken en dôbben gedempt.
Begin jaren vijftig van de vorige eeuw kwamen er gemeentelijke verordeningen. Voortaan werd het huisvuil opgehaald door de vuilophaaldienst van de gemeente. De gemeentelijke vuilstortplaatsen lagen in de Roosduinen en bij de Ballumer bocht.
Watervoorziening op Ameland
Wees wijs met water. Die slagzin is vooral op de waddeneilanden van grote betekenis. Ameland haalt drinkwater uit de duinen, maar ook van de vastewal via een leiding van maar liefst twintig kilometer onder de Waddenzee door.
Tot in de negentiende eeuw hadden de Amelanders alleen zelfgegraven waterputten. Het water werd er met emmers en handpompen uitgehaald. De regen die op het eiland valt, verzamelt zich in de grond in een belvorm. De zoetwaterbel reikt in het midden van het eiland tot 30 meter diep. Een ondoordringbare kleilaag voorkomt dat het verder wegzakt. De zoetwaterbel drijft als het ware op het omringende zoute water.
In 1960 werd een waterleidingnet aangelegd. Voor de waterwinning werden in de duinen van Hollum en Buren twee pompputten gebouwd, tot 30 meter diep. Door de filterende werking van het duinzand is het water heel schoon. Wel bevat het ijzer, mangaan en enkele gassen. Als je dit water met lucht in contact brengt en enkele malen door een grindbed filtert is het te gebruiken als drinkwater. Deze twee pompen mogen in totaal 450.000 kubieke meter water per jaar winnen.
ame-pompstation-24.jpg
Op Ameland is het verschil in de vraag naar drinkwater tussen zomer en winter enorm. 's Zomers wordt per dag 2500 kubieke meter water geleverd en in de winter 700. Op het eiland leidde dat in de zomer tot een watertekort. Om uitdrogen van de duinen te voorkomen heeft Waterleiding Friesland in 1990 de wadleiding aangelegd. De leiding loopt van het pompstation in Noordbergum via Holwerd tot de Ballumer bocht. De totale leiding is twintig kilometer lang. Het stuk onder de Waddenzee is 8300 meter lang. Het was een enorm project dat 8 maanden heeft geduurd en ongeveer zes miljoen euro heeft gekost.
Om de leiding in de zeebodem aan te kunnen leggen is er met een spuitlans water in de wadbodem gespoten waardoor drijfzand ontstond. Hierin konden de verzwaarde leidingen wegzakken. Na verloop van tijd is de bodem weer verdicht tot een stevig pakket. Zo werd de Waddenzee zoveel mogelijk gespaard. Inmiddels gebruiken de Amelanders meer water uit de wadleiding dan uit de Amelander duinen.