Overslaan en naar de inhoud gaan

Duinen op Vlieland

Bijna heel Vlieland bestaat uit duinen. Zo'n 300 hectare van het duingebied is bebost, verder is alles duin. Bovendien beschikt Vlieland over het hoogste duin van het Nederlandse waddengebied: het Vuurboetsduin, met een hoogte van 36 meter. Op dit duin staat de vuurtoren, die maar klein is, omdat hij zo hoog staat. In het verleden heeft het duingebied van Vlieland aan ernstige verstuivingen geleden. Tegenwoordig kampen de beheerders vooral met het probleem dat het duin juist niet meer stuift en daardoor verandert in een graslandschap.

Leven van het duin

In tijden van armoede was de bevolking voor een groot deel aangewezen op alles wat het duin voortbracht. Wild en eieren waren favoriet, maar ook alles wat maar branden wilde. Om konijnen te vangen groef men de duinen open. Midden 19e eeuw was het eiland één grote stuivende zandmassa.

Strijd tegen het stuivende zand

In de tweede helft van de 19e eeuw begon men het zand weer vast te leggen. Er werd stro gezet en helm geplant. Omstreeks 1900 waren de valleien al weer aardig begroeid. In 1902 begon Rijkswaterstaat, gevolgd door Staatsbosbeheer in 1908, met de aanplant van bossen.
Er kwam een einde aan de wilde verstuivingen, maar de natuurwaarden holden achteruit. Het stuifzand zorgde namelijk voor een voortdurende verjonging van de duinen. De ontwikkeling van kale zandvlakte tot duinvallei begon steeds weer opnieuw. Door het vastleggen kwam daar een eind aan.

Bossen tegen de verstuiving

De bossen op Vlieland zijn niet natuurlijk. Ze zijn aan het begin van de 20e eeuw als dennenbossen aangeplant om de verstuiving van het duinzand tegen te gaan. Dennen verdampen bijna al het regenwater dat er valt. Daardoor verdroogt de bodem. De boswachters vervangen steeds meer naaldbomen door loofbomen. Die verdampen veel minder water.  

CC-BY-NC, Ecomare & VLIZ 2020 - Laatst bijgewerkt: