Afval en visserij

Grote schepen betalen meer voor de inzameling van olie dan kleine, omdat ze meer afval hebben, maar omgerekend per liter betalen de kleine schepen meer. Ze leveren ook ander gevaarlijk afval in zoals vetten, poetsdoeken, verfblikken en batterijen. In 2002 werd er op deze manier in Nederland bijna 1,5 miljoen liter bilgewater, dat is oliehoudend lekwater uit het ruim, en afgewerkte olie, en 72 ton klein gevaarlijk afval opgehaald.

Vissers krijgen veel afval van anderen in hun netten. Aan wal brengen en inleveren kostte geld, dus ging het afval in veel gevallen gewoon weer overboord. De Nederlandse vissersboten vissen per week enkele honderden tonnen afval op. Volgens de Nederlandse vissers maken vooral schepen uit het voormalige Oostblok zich schuldig aan het dumpen van huishoudelijk afval. In het afval zitten ook gevaarlijke dingen en stoffen, zoals koelkasten en verfresten.

In 2000 hesen een aantal Helderse en Texelse Noordzeekotters een big bag aan boord. Daar kon het opgeviste zwerfvuil in. Eenmaal vol kon de big bag gratis worden ingeleverd bij Rijkswaterstaat. Het vuilvis-project werd in 2008 overgenomen door het KIMO, een samenwerkingsverband van Europese kustgemeenten rond milieuzaken. Nu heet het Fishing for Litter. De inzameling van het afval wordt gesponsord. Uit bijna alle havens doen vissersschepen mee. KIMO maakt aan het einde van elk jaar bekend welk schip de beste vuilvisser van Nederland is.