Zeeschelde
Invloed van de mens
Rivieren hebben de ruimte nodig om te stromen en te overstromen. Stroomgeulen, slikken, schorren en uiterwaarden vormen dan een natuurlijk systeem waar de geulen meestal vanzelf op diepte blijven. De Schelde heeft door bedijkingen steeds minder ruimte gekregen. Eenderde ging er af door aanleg van polders en havens. Er liggen veel woon- en werkgebieden pal nabij de dijken van de rivier, dus is de schade bij een overstroming groot. De bevaarbaarheid van de Schelde is altijd moeilijk geweest,omdar er veel zand en slib door de waterloop vervoerd wordt. Het uitbaggeren van de vaargeulen is een gevaar voor de oevers van de schorren, omdat die dan sterk afkalven. Door extra ruimte voor het water te maken op plekken waar dat kan, voorkom je wateroverlast in de bewoonde zones.
Schorkliffen.jpg
Filters en buffers van de rivier
De slikken en schorren werken als een filter op de waterkwaliteit van de Schelde. Ze nemen grote hoeveelheden organische stof, stikstof en fosfor op. Bacteriën breken het organisch materiaal af, maar verbruiken hierbij zuurstof. Veel stikstof en fosfor zorgen in bepaalde periodes voor een sterke algengroei, die in de nacht ook grote hoeveelheden zuurstof verbruiken. Het zuurstofgehaltes in het water kan dan ook behoorlijk dalen, vooral in de zomermaanden. Daardoor blijven vissen en andere organismen het nog steeds moeilijk hebben.
Boven en Beneden
De Zeeschelde kan je verdelen in de Boven Zeeschelde en Beneden Zeeschelde. In de Boven Zeeschelde is het water zoet, en in de Beneden Zeeschelde brak. De grens liogt ongeveer bij het dorp Rupelmonde. De grens tussen zoet en brak schuift regelmatig heen en weer, door meer of minder droge periodes.
zeeschelde-kaart.jpg
Verborgen planten- en dierenrijkdom
Dankzij de overgangen in zoutgehalte en voedselaanbod leven er heel veel verschillende planten en dieren in het Schelde-estuarium. Op en in de zoetwaterslikken komen andere bodemdieren voor dan op de brakwaterslikken of op de hoger gelegen zoetwaterschorren. In de Beneden-Zeeschelde zwemmen echte zeevissen rond, zoals haring, sprot, bot, diklipharder, kleine zeenaald en grondels. Toch is de invloed vanuit de rivier merkbaar doordat er ook brakwatersoorten voorkomen, zoals spiering, rivierprik, fint en elft. Stroomopwaarts vind je zoetwatersoorten zoals snoek, snoekbaars, blankvoorn en karper. Met deze verscheidenheid aan vissen is de Zeeschelde uniek in Vlaanderen.