Kanoet
Zwerm
Kanoeten zwieren vaak in grote groepen door de lucht. Dat is prachtig om te zien. Toch vraag je je weleens af waarom deze vogels niet botsen. Vogels hebben een veel beter gehoor en zicht dan zoogdieren en hebben ze uitstekende reflexen. Dat helpt! Uit computermodellen blijkt dat vogels in grote groepen zich aan drie regels houden; voldoende afstand, de vliegrichting wordt afgestemd op nabij vliegende individuen en ze sturen in de richting van de gemiddelde positie van de vogels om hen heen waardoor ze bij elkaar blijven. Botsingen worden zo niet helemaal voorkomen, maar in grote groepen is het wel echt een zeldzaamheid.
Koning Knoet
Kanoeten worden ook wel knoet genoemd. De soort is vernoemd naar de Deense koning Knoet, heerser over de landen rond de Noordzee, die de golven probeerde te keren. Een overeenkomst tussen de koning en de vogel is het leven met de getijden aan de kust.
jr-0316-kanoet-ijsland.jpg
Bijzondere snavel
Kanoeten vinden hun voedsel op een bijzondere manier. Ze meten met hun snavel drukverschillen rond voorwerpen in het natte zand. Zo kunnen ze tot op 10 centimeter afstand een schelpdier voelen. Tot nu toe is de kanoet de enige soort waarvan bekend is dat hij op deze manier voedsel vindt. Andere strandlopers vangen wormen doordat ze trillingen opvangen met hun snavel in het zand. Omdat de drukverschillen alleen in nat zand waargenomen kunnen worden, is het meteen duidelijk waarom een kanoet nooit voedsel zoekt op droge wadplaten. In hun broedgebieden eten kanoeten insecten.
jr-kanoet-groenland-juli2003.jpg
Geurcamouflage
Kanoeten beschermen hun veren met een wasachtige stof die in een klier bij de stuit wordt aangemaakt. In de broedtijd verandert de samenstelling van deze was zodat de was minder sterk ruikt. Poolvossen en andere roofdieren kunnen de vogels daardoor moeilijker ontdekken.
jr-0243-kanoeten-ijsland.jpg
Jojo-effect
Voor de lange afstandsreizen hebben de kanoeten veel energie nodig, die ze in de vorm van vet opslaan. Een kanoet op doortocht naar Afrika kan in de Waddenzee in ongeveer een maand tijd de vetvoorraad opbouwen. Vlak voor vertrek kan de vogel wel 150 gram wegen. Dat is twee keer zo zwaar als bij aankomst, na een vlucht van een paar duizend kilometer! Tijdens de reis verteert de kanoet ook nog organen, die hij even niet nodig heeft, zoals de maag. Hart en en longen worden juist groter.
Verspreiding en leefgebied
Kanoeten zijn gebonden aan zeekusten. Bij zoete wateren in het binnenland worden ze ziek. De strandlopers gebruiken Nederland als rustplaats tijdens de trek, of als overwintergebied. Vooral in de Waddenzee kunnen tijdens de vogeltrek grote groepen kanoeten gezien worden, het is een belangrijk bijtankstation. Ze eten zich er vol met schelpdieren en kreeftjes, zodat ze met genoeg energie hun reis kunnen vervolgen. Kanoeten broeden ver in het noorden in Groenland en Siberië.