
Waar nu het Harlingerland ligt, lag vroeger de Harlebucht, een grote inham van de Waddenzee. Deze bocht is nu volledig ingepolderd. De eilanden Langeoog en Spiekeroog liggen voor de Harlinger kust. Het kuuroord Neuharlingersiel is het toeristische centrum.
Ontstaan
Bij de overstroming van het bewoonde land tussen Middelsbur en Neuharlingersiel in de Middeleeuwen zijn talrijke dorpen in zee verdwenen. De Harlebucht had in het jaar 800 n.Chr. zijn grootste omvang. De Harlebucht wordt tegenwoordig volledig door dijken omgeven.
De gebieden langs de Harlinger kust waar inpolderingen plaatsvonden vallen nu nog te herkennen aan de rechthoekige verdeling van de buitendijkse kwelders en de sloten. Tegenwoordig wordt de kust door dijken en rijzendammen tegen de zee beschermd.
Restanten van in zee verdwenen plaatsen
Door de grote stormvloeden in de Middeleeuwen is een groot stuk land tussen Middelsbur en Neuharlingersiel in zee verdwenen. Talrijke dorpen, waaronder vier kerkdorpen, moesten worden opgegeven. De dijk kwam verder landinwaarts te liggen. Sommige dorpen zoals Ostbense, Westbense en Ostbur zijn binnendijks opnieuw gebouwd. Van het voormalige kerkdorp Otzum kan men de fundamenten van de kerk nog op het wad zien liggen. Op dit soort locaties worden soms archeologische vondsten gedaan, zoals keramiekscherven, botten van dieren en mensen, sporen van huizen, akkers, bronnen en plaatsen waar turf werd gestoken.
Het waddengebied voor de Harlinger Kust
De eilanden Langeoog en Spiekeroog liggen op een afstand van 4 tot 7 kilometer voor de Harlinger Kust. De eilandenrij wordt hier door kleine, maar diepe zeegaten onderbroken. Het vlakke waddengebied dat tussen de eilanden Langeoog en Spiekeroog en het vasteland ligt, wordt doorsneden door diepe geulen en vertakte prielen.
De hooggelegen zandplaten Janssand, Swinnplatte en Martensplatte zijn belangrijk voor zeehonden, vooral tijdens de zoogtijd. Op het wad voor de Harlinger kust liggen veel mosselbanken. Daar vinden de mosselen een harde ondergrond in de buurt van de laagwaterlijn, die ze nodig hebben om zich vast te hechten en niet door de stroming meegevoerd te worden.
De kwelders van het Harlingerland
De vroegere inpolderingen en de zeestromingen zorgen er voor dat er alleen tussen Harlesiel en Neuharlingersiel en oostelijk van Westeraccumersiel buitendijkse kwelders liggen. De overige delen van de Harlinger kust hebben geen buitendijkse grond. Om de kust te beschermen worden de kwelders door slootjes ontwaterd. Er lopen schapen en runderen. Hoewel de kwelders als natuurgebied niet optimaal zijn, zijn ze toch een rustgebied voor vogels. Vooral tijdens de vogeltrek zijn hier grote zwermen wad- en watervogels te vinden. Door de intensieve begrazing zijn de kwelders als broedgebied minder aantrekkelijk. Veel legsels gaan verloren.