Roosduinen

In de tweede helft van de vorige eeuw is de vegetatie in de Roosduinen sterk veranderd. Vroeger groeiden er verschillende soorten heide en mossen, stekelbrem, waterpostelein, dwergvlas en klokjesgentiaan. In die tijd werd het gebied met jongvee beweid. Toen de koeien verdwenen sloeg de vergrassing toe. Om het duin- heidelandschap van Roosduinen in stand te houden graast er tegenwoordig een kudde Soayschapen. Dit schaap stamt direct af van het Europese oerschaap. Ze komen uit Schotland. Soayschapen kunnen zich redden zonder mensen, ze grazen dan ook het jaar rond. Verder worden er op kleine schaal plaggen gestoken voor het onderhoud van de fietspaden. Op deze plaatsen gaat weer heide groeien.

Roosduinen heeft een nog jong bos met naaldbomen. Het bos is een slaapplaats van kauwen. Ongeveer 39 soorten vogels broeden in het bos- en heidegebied. De velduil en de ransuil komen er allebei voor. In het noordelijk deel van het natuurgebied ligt een vijver met het zeldzame oeverkruid.