Grevelingen

Vroeger was de Grevelingen een riviermonding die uitkwam in de Noordzee. Toen er dammen werden gebouwd, tussen 1969 en 1970, veranderde het langzaam in het grootste zoutwatermeer van Europa (11.000 hectare) met een stabiel waterpeil van 20 centimeter onder NAP. Bij de Brouwersdam stroomt het zoute water de Grevelingen binnen. Meegekomen modder zinkt direct naar de bodem, omdat er geen eb en vloed is die voor beweging in het water zorgt. Het water in de Grevelingen is dan ook erg helder en er groeit zeegras waar veel wintergasten als ganzen en zwanen op af komen. Maar ook visetende vogels zoeken in het heldere water graag naar voedsel. Steltlopers broeden zelfs op de schorren nu ze niet meer hoeven te vrezen voor onverwacht hoge vloed.