Goudknopje komt oorspronkelijk uit Zuid-Afrika. Deze plant groeit vooral in kustgebieden. Hij komt pas sinds 1972 in Nederland voor, eerst in Flevoland, later ook langs de Groningse en Friese kust en bij de Volkeraksluis in Zeeland. Tegenwoordig groeit het ook meer in het binnenland zoals bij de Zaanse Schans. Goudknopje heeft vroeger op enkele Duitse en Deense waddeneilanden gegroeid, maar daar staat het nu niet meer. In 2004 werd hij op Texel ontdekt in het natuurgebied Waal en Burg en het Hoornder Nieuwland. In België is het goudknopje zeldzaam en komt voor aan de kust en rond de haven van Antwerpen

Zie ook
Verspreiding en habitat
knop.jpg

Goudknopje is een echte pioniersplant. Hij komt voor op brakke tot zilte klei- en veengronden, die 's winters onder water staan en zomers niet te droog worden. Goudknopjes worden vaak door watervogels verspreid, die de zaden meevoeren aan hun modderige poten. De zaden kiemen niet in het water. Zo kunnen ze de koude winters overleven. Ze blijven dan wel in leven en in het voorjaar komen ze uit. Goudknopjes blijven groeien zolang de grond vochtig blijft. Als het te droog wordt, gaan ze allemaal dood.