
Zie ook
Het schiereiland Butjadingen hoort bij Nedersaksen. Het ligt tussen de Jade en de monding van de Weser. Ten noorden van Butjadingen ligt het Hohe-Weg-Wad, in het zuiden Stadland. Butjadingen is vroeger een eiland geweest, toen er onderlangs een verbinding tussen de Weser en de Jade was. Deze doorbraak werd later weer gedicht. Op het schiereiland liggen verschillende natuurgebieden.
Ontstaansgeschiedenis
De Weser-stroom loopt langs de noordoostkust van Butjadingen. Deze verschoof nogal eens, en dat leidde tot kustafslag. De dijken werden meerdere malen landinwaarts verplaatst. Tussen 1550 en 1690 gingen meerdere dorpen en ruim 1200 hectare land verloren. Het duurde tot het begin van de negentiende eeuw voor de kust onder controle was.
Aan de westkust van Butjadingen ligt de Jadebusen. Tijdens de grote Middeleeuwse stormvloeden is die een stuk groter geworden. De stormvloeden veroorzaakten ook een doorbraak tussen de Jade en de Weser. Aan de westkust van Butjadingen liggen geen kwelders.
De eilanden Langlütjen I en II
Deze eilanden liggen in de monding van de Weser, ten noordwesten van Bremerhaven. Ze zijn in 1871 door mensen aangelegd om te dienen als fort ter verdediging van de Weser. Langlütjen I werd in 1934 met het vasteland verbonden door de Schockumer Deich. Aan weerskanten van die dam zette de zee veel zand af. De hogere delen van dat nieuwe land worden nu als weiland gebruikt.
Langwarder Groden
De Langwarder Groden zijn weilanden en kwelders langs de kust van Butjadingen. Er broeden veel weidevogels zoals tureluur, kievit en grutto. Langs het wad zijn er ook klutenkolonies. Op het wad voor de Langwarder Groden kun je duizenden scholeksters, bonte strandlopers, wulpen en rotganzen verwachten.
Aussengroden
De Aussengroden liggen tussen Burhave en Tettens. Het is een weide- en kweldergebied met veel weidevogels. Langs de binnenkant van de dijk liggen veel welen, diepe zoetwatermeertjes die ontstaan zijn tijdens dijkdoorbraken. Ze worden hier braken genoemd.
Hohe Weg wad
het Hoge Weg Watt is een reusachtig wadcomplex ten noorden van Butjadingen, tussen Jade, Weser en het vogeleiland Mellum. Dit wad is rustig en voedselrijk, en daarom van groot belang voor vogels; onder andere voor sterns, aalscholvers, en bergeenden, die hier massaal ruien in de zomer. Langs de randen van de wadplaten brengen veel zeehonden hun jongen groot.