
Alken zijn experts in zwemmen en duiken. Hun korte vleugels werken even goed boven als onder water. Daardoor kunnen ze makkelijk 120 meter diep duiken, op zoek naar zandspiering en andere vis. Maar ook boven water zijn het ware acrobaten. Ze kunnen zo snel met hun vleugels bewegen, dat de vleugelslagen met het oog niet te volgen zijn. Daardoor kunnen de vogels laag over het water vliegen en tussen de golven door laveren.

Zie ook
Bungeejumpen
Net als bij de zeekoet springen de jongen van alken nog voordat ze kunnen vliegen in zee. Het ei wordt dan ook op de richels van overhangende rotsen uitgebroed, zodat de jongen bij hun sprong in het onbekende niet op de rotsen terecht komen.
pcd01071-alk-sw.jpg

Verspreiding
Alken broeden vooral op de Schotse kusten en de Orkney- en Shetland-eilanden. In totaal broeden daar zo'n 73.000 alkenstelletjes. Na de broedtijd trekken de alken naar het zuiden, tot in de zuidelijke Noordzee. Enkele exemplaren gaan nog verder, tot de kust van Marokko en het westelijk deel van de Middellandse Zee. In de winter komen ongeveer 22.000 alken voor op het Nederlandse deel van de Noordzee. Dit is ongeveer 1% van de totale populatie. De meeste overwinterende alken komen van de Britse kust, maar er komen er ook uit IJsland